Veilig opstappen

Als je paard niet stil wil blijven staan terwijl jij in het zadel probeert te stappen, kun je heel vervelend vallen. Leer je paard daarom om perfect halt te houden, wanneer jij een voet in de beugel zet.

Sommige paarden verzetten slechts een paar pasjes, wanneer hun ruiter zijn voet in de stijgbeugel zet. Maar er zijn ook paarden die gelijk een drafje inzetten, wanneer ze het ruitergewicht voelen. Als je dan je evenwicht verliest, kun je lelijk ten val komen en zelfs worden meegesleept als je voet in de stijgbeugel blijft hangen. En als je bijvoorbeeld naast een drukke weg weer wilt opstijgen, is het geen overbodige luxe wanneer je paard rustig blijft staan tot jij het signaal tot lopen geeft. En zo zijn er meer redenen te bedenken waarom je je paard al tijdens zijn basisopleiding moet leren dat hij op bepaalde momenten moet stilstaan.

Bouw deze oefening langzaam op. In het begin hoeft je paard maar een minuut stil te blijven staan, maar dit bouw je op tot hij uiteindelijk een half uur kan stilstaan. Dit kan erg goed van pas komen tijdens een gezondheidscheck of wanneer de hoefsmid met hem aan de slag gaat, bijvoorbeeld. Een paard dat heeft geleerd stil te blijven staan, is aanzienlijk rustiger als je hem vastbindt. “Oefen dit met een halster en een vier à vijf meter lang touw”, adviseert trainer Peter Stuhlmann. “Ga zelf rustig naast je paard staan. Zodra hij een hoef optilt en in beweging komt, maak je daar gelijk gebruik van, in plaats van hem te straffen. Neem het positief op, in de trant van ‘Jij wilt beweging? Prima. Maar dan wel op mijn manier…’ En laat hem vervolgens zijwaarts overtreden met zijn achter- of voorhand, een soort voorhand c.q. achterhand wending. Daarna laat je hem weer rustig stilstaan. Oefen dit op verschillende plekken, op de poetsplaats, tijdens een buitenrit en langs een weg.”

Zodra je paard rustig blijft staan, kun je hem opzadelen. Het zadel moet wel goed passen en het paard mag ook geen rugklachten hebben. Trek de singel niet direct strak aan, maar geef je paard eerst een beetje bewegingsvrijheid, om daarna pas na te singelen. Hij mag namelijk geen negatieve associaties aan het zadel verbinden.

Let bij er het opstijgen op dat de hoeven van je paard parallel staan en dat hij niet al een stapje vooruit zet. Als je op zo’n moment in het zadel zou klimmen, zal het paard echt een stap voorwaarts doen om zijn balans te hervinden en dat is nu net wat je niet wilt. Let er bovendien op dat je bij het opstijgen niet de punten van je schoenen in zijn lichaam drukt en laat de teugel losjes hangen. Zou je de binnenteugel aannemen, dan gaat je paard mogelijk wijken. Als je beide teugels aanneemt, doet hij een stap terug. Een krukje of iets dergelijks is ideaal om de rug van het paard te ontlasten (en het zadel te sparen…). Toch zou je het opstijgen ook zonder een krukje moeten oefenen. Blijf een paar tellen in het zadel zitten en stap dan weer af. Stap naar achteren van je paard weg met je gezicht naar zijn hoofd toegekeerd. Als hij je volgt, aai je hem. Stap opnieuw op en blijf steeds iets langer in het zadel zitten.

Blijf consequent

Als je paard zonder jouw signalen al zijn eerste passen doet, stap je gelijk af en begin je opnieuw om hem, net als bij het grondwerk, te laten lopen. Laat hem vervolgens weer stil staan. Blijf consequent, dan zal je paard snel begrijpen wat je van hem verlangt.

(overgenomen uit de Ros passie voor paarden)